Geologisch uitzicht vanaf de uitkijktoren (Stöffel-Park): Unterschied zwischen den Versionen

Aus QR-KULTUR
Wechseln zu: Navigation, Suche
(Die Seite wurde neu angelegt: „----- <gallery mode="nolines" style="margin:0 auto;" widths=60 heights=60 perrow=4 > Datei: Flagge DE sml.png|link=https://www.qltr.de/qrka0220 Datei: Flagge_G…“)
 
 
Zeile 24: Zeile 24:
 
|-
 
|-
 
|}
 
|}
==<span style="white-space:nowrap">Un aperçu de </span>l'histoire de la Terre==
+
==<span style="white-space:nowrap">Een blik op </span>de aardgeschiedenis==
La vue depuis la tour de Stöffel s'étend sur plus de 400 millions d'années d'histoire de la Terre. L'origine du Westerwald se trouve au fond de la mer : au cours de la période du Dévonien, d'énormes couches de sable et de boue ont été déposées au fond d'une mer large d'environ 300 km, transportées par de grands fleuves provenant du supercontinent Laurussia (Euramérique), situé alors au nord. Dans la période suivante, celle du Carbonifère, le continent sud Gondwana – auquel appartenait l'Afrique actuelle s'est déplacé vers le nord et est entré en collision après des millions d'années avec le continent nord Laurussia. Lors de cette collision, Gondwana a poussé les couches de roches entre les continents devant lui comme un bulldozer.<br>
+
Het uitzicht vanaf de Stöffel-toren beslaat meer dan 400 miljoen jaar aardgeschiedenis.
 +
De oorsprong van het Westerwald ligt op de zeebodem: in de Devoonperiode werden er dikke lagen zand en slib afgezet op de bodem van een zee die ongeveer 300 km breed was – aangevoerd door grote rivieren van het toenmalige noordelijke supercontinent Laurussia (Euramerika). In het daaropvolgende Carboon tijdperk bewoog het zuidelijke continent Gondwana – waar het huidige Afrika deel van uitmaakte naar het noorden en botste na miljoenen jaren met het noordelijke continent Laurussia. Hierbij duwde Gondwana de tussen de continenten gelegen gesteentelagen vooruit als een bulldozer.<br>
 
<br>
 
<br>
Il y a environ 320 millions d'années, les dépôts marins du Dévonien ont été encore consolidés sous la pression, repliés, brisés, élevés au-dessus du niveau de la mer et finalement partiellement poussés sur le continent nord. Laurussia et Gondwana ont alors formé ensemble le nouveau supercontinent Pangée. La collision des continents a formé une chaîne de montagnes, dont une partie avait un caractère de haute montagne. Sous la pression dans la croûte terrestre, des quartzites et des schistes argileux se sont formés à partir des grès et des marnes de la mer du Dévonien, donnant son nom aux montagnes de schiste rhénanes, auxquelles appartient le Westerwald.<br>
+
Ongeveer 320 miljoen jaar geleden werden de Devoon-zeedeposities verder verstevigd door druk, geplooid, gebroken, boven zeeniveau getild en uiteindelijk gedeeltelijk op het noordelijke vasteland geschoven. Laurussia en Gondwana vormden nu samen het nieuwe supercontinent Pangaea. De botsing van de continenten creëerde een bergketen, waarvan een deel de kenmerken van een hooggebergte had. Door druk in de aardkorst vormden zich uit de zand- en kleisteenen van de Devoonzee kwartsieten en leisteen, die het Rijnlandse Leisteengebergte, waar het Westerwald deel van uitmaakt, zijn naam gaven.<br>
 
<br>
 
<br>
Les montagnes de schiste rhénanes sont une région élevée qui est constamment soumise à l'érosion et à l'usure depuis sa formation. Une couverture d'altération d'une épaisseur allant jusqu'à 150 mètres s'est formée dans ce processus. Pendant le Mésozoïque et au début du Cénozoïque, ces sols argileux d'altération ont été partiellement réorganisés et déposés dans des plaines fluviales et des paysages lacustres les dépôts d'argile actuels.<br>
+
Het Rijnlandse Leisteengebergte is een hoog gebied dat sinds zijn ontstaan voortdurend wordt blootgesteld aan verwering en erosie. Een verweringslaag van wel 150 meter dikte werd in dit proces gevormd. In het Mesozoïcum en het vroege Cenozoïcum werden deze kleiachtige verweringsgronden deels herverdeeld en in riviervlakten en meren afgezet de huidige kleilagen.<br>
 
<br>
 
<br>
Au Cénozoïque, pendant le Tertiaire, le Westerwald a recommencé à bouillonner les éruptions volcaniques étaient fréquentes. Les datations des roches volcaniques montrent que des éruptions ont eu lieu entre 28 et 5 millions d'années, au cours desquelles environ 4 000 km³ de roches volcaniques ont été produites. C'est à cette époque que le basalte de Stöffel, âgé d'environ 25 millions d'années, s'est formé.<br>
+
In het Cenozoïcum, tijdens het Tertiair, begon het weer te borrelen in het Westerwald – vulkaanuitbarstingen waren frequent. Bepalingen van de ouderdom van vulkanische gesteenten tonen aan dat er tussen de 28 en 5 miljoen jaar geleden uitbarstingen plaatsvonden, waarbij in totaal ongeveer 4.000 km³ vulkanisch gesteente werd geproduceerd. Ook de basalt van Stöffel, die ongeveer 25 miljoen jaar oud is, werd in deze periode gevormd.<br>
 +
<br>
 +
De huidige vorm van het landschap werd echter pas tijdens het Kwartair, ook wel het IJstijdperk genoemd, gevormd. Warm en koud klimaat wisselden elkaar meerdere keren af. Dit had gevolgen: er vond erosie en verwering plaats, en rivieren en beken sneden zich diep in het landschap. De harde vulkanische gesteenten boden meer weerstand tegen erosie en vormen nu de kenmerkende bergtoppen. Het geërodeerde puin werd door rivieren naar de valleien en vlaktes getransporteerd en in rivierterrassen afgezet. Dit proces gaat nog steeds door, want het Rijnlandse Leisteengebergte heft zich nog steeds zeer langzaam op.
 
<br>
 
<br>
Cependant, la forme actuelle du paysage ne s'est formée qu'au cours du Quaternaire, également appelé l'ère glaciaire. Les climats chauds et froids se sont alternés plusieurs fois, ce qui a eu des conséquences importantes : il y a eu érosion et altération, et les rivières et ruisseaux ont creusé profondément le paysage. Les roches volcaniques dures ont résisté plus fortement à l'érosion et forment aujourd'hui les sommets montagneux caractéristiques. Les débris d'érosion ont été transportés par les rivières dans les vallées et les plaines, et déposés en terrasses fluviales. Ce processus se poursuit encore aujourd'hui, car les montagnes de schiste rhénanes continuent de se soulever lentement.
 
 
 
 
<br>
 
<br>
 
[[Kategorie: GeoStation im GEOPARK Westerwald-Lahn-Taunus]]
 
[[Kategorie: GeoStation im GEOPARK Westerwald-Lahn-Taunus]]
 
[[Kategorie: Verbandsgemeinde Westerburg]]
 
[[Kategorie: Verbandsgemeinde Westerburg]]
 
[[Kategorie: Verbandsgemeinde Bad Marienberg]]
 
[[Kategorie: Verbandsgemeinde Bad Marienberg]]

Aktuelle Version vom 25. April 2025, 13:02 Uhr



Geologisch uitzicht
vanaf de uitkijktoren
(Stöffel-Park)
Geologisch uitzicht on de
GeoRoute
Tertiär - Industrie - Erlebins Stöffel-Route
Die Karte wird geladen …
bruikbare QR-Codes
directe QR-Code: www.qltr.de/qrka0223

Een blik op de aardgeschiedenis

Het uitzicht vanaf de Stöffel-toren beslaat meer dan 400 miljoen jaar aardgeschiedenis. De oorsprong van het Westerwald ligt op de zeebodem: in de Devoonperiode werden er dikke lagen zand en slib afgezet op de bodem van een zee die ongeveer 300 km breed was – aangevoerd door grote rivieren van het toenmalige noordelijke supercontinent Laurussia (Euramerika). In het daaropvolgende Carboon tijdperk bewoog het zuidelijke continent Gondwana – waar het huidige Afrika deel van uitmaakte – naar het noorden en botste na miljoenen jaren met het noordelijke continent Laurussia. Hierbij duwde Gondwana de tussen de continenten gelegen gesteentelagen vooruit als een bulldozer.

Ongeveer 320 miljoen jaar geleden werden de Devoon-zeedeposities verder verstevigd door druk, geplooid, gebroken, boven zeeniveau getild en uiteindelijk gedeeltelijk op het noordelijke vasteland geschoven. Laurussia en Gondwana vormden nu samen het nieuwe supercontinent Pangaea. De botsing van de continenten creëerde een bergketen, waarvan een deel de kenmerken van een hooggebergte had. Door druk in de aardkorst vormden zich uit de zand- en kleisteenen van de Devoonzee kwartsieten en leisteen, die het Rijnlandse Leisteengebergte, waar het Westerwald deel van uitmaakt, zijn naam gaven.

Het Rijnlandse Leisteengebergte is een hoog gebied dat sinds zijn ontstaan voortdurend wordt blootgesteld aan verwering en erosie. Een verweringslaag van wel 150 meter dikte werd in dit proces gevormd. In het Mesozoïcum en het vroege Cenozoïcum werden deze kleiachtige verweringsgronden deels herverdeeld en in riviervlakten en meren afgezet – de huidige kleilagen.

In het Cenozoïcum, tijdens het Tertiair, begon het weer te borrelen in het Westerwald – vulkaanuitbarstingen waren frequent. Bepalingen van de ouderdom van vulkanische gesteenten tonen aan dat er tussen de 28 en 5 miljoen jaar geleden uitbarstingen plaatsvonden, waarbij in totaal ongeveer 4.000 km³ vulkanisch gesteente werd geproduceerd. Ook de basalt van Stöffel, die ongeveer 25 miljoen jaar oud is, werd in deze periode gevormd.

De huidige vorm van het landschap werd echter pas tijdens het Kwartair, ook wel het IJstijdperk genoemd, gevormd. Warm en koud klimaat wisselden elkaar meerdere keren af. Dit had gevolgen: er vond erosie en verwering plaats, en rivieren en beken sneden zich diep in het landschap. De harde vulkanische gesteenten boden meer weerstand tegen erosie en vormen nu de kenmerkende bergtoppen. Het geërodeerde puin werd door rivieren naar de valleien en vlaktes getransporteerd en in rivierterrassen afgezet. Dit proces gaat nog steeds door, want het Rijnlandse Leisteengebergte heft zich nog steeds zeer langzaam op.