Van rots tot split (Basalt Mijl)
| Van rots tot split (Basalt Mijl) | |
|---|---|
| Géostation au GeoRoute Tertiär - Industrie -Erlebnis Stöffel-Route | |
|
| |
| bruikbare QR-codes | |
| directe QR-Code: | www.qltr.de/qrka0214 |
De weg van de Stöffel-basalt tot kleine splitsteentjes
De weg begint bij de rotswand in de steengroeve. Omdat basalt een zeer hard gesteente is, moet het door middel van springstof worden losgemaakt. Hier bij de Stöffel vindt ongeveer om de drie weken een ontploffing plaats. Het volume van het te ontploffen gebied wordt bepaald door de vraag van de klanten.
Een ontploffing moet goed worden gepland. In de eerste stap wordt de te ontploffen rotswand nauwkeurig opgemeten. Alle geologische bijzonderheden van het gesteente moeten in de planning worden meegenomen. Vervolgens worden met behulp van een boorinstallatie gaten in de rotswand geboord. Deze worden vanaf de bovenkant van de wand op vaste afstanden geboord. De boorgaten zijn ongeveer even diep als de hoogte van de rotswand.
Vlak voor de ontploffing wordt de springstof in de gaten geplaatst en via kabels met de elektrische ontsteker verbonden. Alle boorgaten worden vervolgens afgesloten met fijn steenslag. Dit voorkomt dat de energie van de ontploffing ongebruikt naar boven ontsnapt. Een explosie in de steengroeve ziet er dus niet uit als een grote knal, maar eerder alsof een schijf van de rotswand zich langzaam losmaakt en vervolgens op dezelfde plaats in elkaar zakt.
Van groot naar klein
Het losgemaakte gesteente wordt nu verder verwerkt. Met een zeer grote hydraulische graafmachine wordt het stukje bij beetje op zogenaamde zware vrachtwagens geladen. Elke vrachtwagen kan minstens zijn eigen leeggewicht aan gesteente laden. Volgeladen wegen deze wagens dan meer dan 100 ton. In de fabriek Enspel-Stockum zijn tot drie zware vrachtwagens tegelijkertijd in gebruik voor het transport.
Voor de verkoop moet de Stöffel-basaalt in de steenverwerkingsinstallatie in verschillende korrelgroottes worden gebroken. Hiervoor storten de vrachtwagens het gesteente eerst in de voorbreker-trechter, vanwaar het in de voorbreker terechtkomt. In de trechter bevindt zich een zeef. Stenen die al klein genoeg zijn voor verdere verwerking worden eruit gezeefd en via transportbanden naar de volgende verwerkingsstap gebracht.
Het resterende gesteente gaat nu naar de zogenaamde kaakbreker, die steenblokken tot een grootte van 1,4 meter betrouwbaar kan verkleinen. Het verkleinde gesteente valt onder de breker op een transportband, waarmee het naar de verdere verwerkingsstations wordt vervoerd. Deze worden bij het volgende station beschreven.
Verfasser: Carolin Geißler, Christoph Eul und Roger Lang
Stand: 4/2025